Our website uses cookies to improve your experience. To make optimal use of this website please agree to our cookie policy.

I agree I do not agree.

OPINION: Problems in the South are our problems (Dutch article)

Verschenen in de Standaard, 15 mei 2019

Ontwikkelingssamenwerking is helemaal geen thema in het debat in de aanloop naar 26 mei. Heel vreemd, in tijden waarin de grote uitdagingen zoals migratie en klimaat alleen globaal kunnen aangepakt worden. De budgetten voor ontwikkelingssamenwerking krimpen ook. Kan niet, schrijven de vijf Vlaamse rectoren.

De kracht van wetenschap en innovatie vergt voldoende middelen

Woensdag reiken de vijf Vlaamse universiteiten elk een eredoctoraat uit aan een persoon die zich verdienstelijk maakte binnen het domein van de universitaire ontwikkelingssamenwerking. De academische zitting wordt georganiseerd door VLIR-UOS (Vlaamse Interuniversitaire Raad – Universitaire Ontwikkelingssamenwerking), dat dit academiejaar zijn twintigste verjaardag viert. Een feestelijke gebeurtenis, en een primeur bovendien. Voor het eerst doen we dit in een gezamenlijke plechtigheid, met en voor alle universiteiten samen.

Met een eredoctoraat wordt in principe een academicus/-a gelauwerd voor diens wetenschappelijke verdienste en impact op de ontwikkeling van de wetenschap. Met deze vijf eredoctoraten lauweren we vijf experten uit het Zuiden, niet in de eerste plaats om hun wetenschappelijke verdienste, maar om de uitzonderlijke maatschappelijke impact die elk van hen heeft gegenereerd, in eigen land of regio, of zelfs mondiaal. Door concrete wetenschappelijke realisaties van dr. Nteranya Sanginga, dr. Jean-Jacques Muyembe Tamfum, dr. José Ramón Saborido Loidi en dr. Clarice Garcia Borges Demétrio, of als rolmodel, zoals Leymah Gbowee.

Reeds 20 jaar lang tonen de Vlaamse universiteiten met de ondersteuning van hun koepelorganisatie VLIR-UOS hoe ontwikkelingsproblemen doeltreffend kunnen worden opgelost door internationale wetenschappelijke samenwerking, die wordt aangedreven door het engagement van vele academici uit Vlaanderen en het Zuiden.

Leymah Gbowee (midden) voert actie  in Monrovia, de hoofdstad van Liberia (2011). Vandaag krijgt ze een eredoctoraat.

Mondiale verantwoordelijkheid

Met de Sustainable Development Goals (SDG’s) als internationaal oriënterend kader en in het licht van globale uitdagingen zoals armoede, migratie, klimaat en wereldwijde conflicten, worden de universiteiten niet alleen uitgedaagd om hun studenten te vormen tot wereldburgers die kritisch en veerkrachtig in het leven staan, maar ook om mondiaal hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen. Dit doen ze door een sleutelrol op te nemen in onderzoek en innovatie, in het zoeken naar duurzame antwoorden op globale en lokale maatschappelijke uitdagingen. De grote verdienste van de SDG’s, in vergelijking met de Millennium Development Goals, is dat internationaal wordt erkend dat vele maatschappelijke uitdagingen niet langer kunnen beschouwd worden als “problemen in of van ontwikkelingslanden”, maar een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van iedereen. De problemen en de oorzaken ervan zijn mondiaal. Oplossingen moeten dus internationaal worden bedacht, vanuit een globale visie, en met een lokale aanpak.

 Wij zetten onze wetenschappelijke nieuwsgierigheid, expertise, gedrevenheid en internationale netwerken in op een heel brede waaier van problemen. De uitdagingen zijn dusdanig immens dat alle mogelijke expertise best maximaal wordt gebundeld, over disciplines, universiteiten, landen en continenten heen. Problemen die de kwaliteit en duurzaamheid van leven beïnvloeden, krijgen hun plaats in onze onderwijs- en onderzoeksagenda, en we zoeken vanuit onze internationale solidaire partnerschappen naar oplossingen die technisch haalbaar en wetenschappelijk onderbouwd, maar ook sociaal en internationaal rechtvaardig zijn. Bovendien is het onze taak om ervoor te zorgen dat onderzoeksresultaten worden vertaald naar concrete toepassingen en aangepast beleid, zowel in Vlaanderen als in de rest van de wereld. Ook onze jongeren wijzen ons vandaag op onze verantwoordelijkheid inzake de mondiale ontwikkelingsproblematiek. Wij nemen die verantwoordelijkheid op en maken ze, meer dan ooit, waar. Daarom is garantie op de nodige middelen cruciaal.

Grote afwezige in het debat

Op de federale middelen voor ontwikkelingssamenwerking, ook deze voor universitaire ontwikkelingssamenwerking, werd de laatste jaren aanzienlijk bespaard. Heel vreemd eigenlijk, in tijden waar de maatschappelijke uitdagingen almaar globaler, alomvattender en urgenter zijn geworden, en waarvoor internationaal moet worden samengewerkt. De afgelopen jaren is er binnen nogal wat landen een evolutie waarbij ontwikkelingssamenwerking meer en meer ten dienste wordt gesteld van economische belangen, buitenlandbeleid en geopolitiek. De migratiecrisis maakt bovendien dat ontwikkelingssamenwerking steeds vaker wordt gekoppeld aan migratiebeleid, en dat door ontwikkelingsdoelen ondergeschikt te maken aan binnenlandse migratieagenda’s. Hetzelfde staat te gebeuren voor de klimaatuitdagingen. De trend om overheidsmiddelen meer te oormerken voor specifieke doelstellingen, zoals de klimaat- en migratie-uitdagingen, is er niet enkel binnen wetenschapsbeleid, maar zit er ook aan te komen voor ontwikkelingssamenwerking.

Ontwikkelingssamenwerking is een grote afwezige in het huidige politieke debat in de aanloop naar de verkiezingen. Onze vraag is duidelijk. Wij vragen de overheid om het gekrompen budget voor ontwikkelingssamenwerking opnieuw op te trekken (we zitten ver van de ambitie van 0,7% BNP), en gewaarborgd vast te leggen bij aanvang van de nieuwe regeerperiode. We vragen niet enkel aan de federale overheid, maar aan alle overheden in België én de EU, dat er in totaal meer middelen voor ontwikkelingssamenwerking beschikbaar worden gesteld, zowel vanuit het beleidsdomein ontwikkelingssamenwerking, als in alle andere beleidsdomeinen. Elk beleidsdomein wordt immers geconfronteerd met uitdagingen waarvoor internationaal moet worden samengewerkt. Ontwikkelingsmiddelen moeten bovendien ‘vrij’ blijven. Zij zullen uiteraard ingezet worden voor klimaat- en migratie-onderzoek, maar moeten ook inzetbaar blijven voor andere prangende ontwikkelingsproblemen.

De kracht van wetenschap en innovatie: jazeker. Maar dan moet er wel voldoende budget tegenover staan.

Herman Van Goethem, rector UAntwerpen

Luc Sels, rector KU Leuven

Rik Van de Walle, rector UGent

Caroline Pauwels, rector VUB

Luc De Schepper, rector UHasselt

https://www.vliruos.be/en/honorary-degrees-uos